• Boekrecensie
Hanna Jongejan-Kater

Sommige geheimen zijn te groot om alleen te dragen

'Als ik terugdenk aan mijn middelbareschooltijd, dan denk ik aan haar. Ze gaf me iets groots en liefdevols wat voor een docent misschien vanzelfsprekend en simpel lijkt: ze merkte me op. Terwijl ik verscholen was voor ouders en klasgenoten – ik nam wel deel aan hun verkeer, maar ik reed op een parallelweggetje – werd ik voor het eerst gezien als iemand die ik graag zou willen zijn.'

Met dit citaat begint het boek van Leony Coppens, Iedereen kan het verschil maken, over trauma en veerkracht. Als docent, ouder, buurtbewoner of leidinggevende op de jeugdvereniging kun je dat verschil maken. Coppens heeft in haar werk als orthopedagoog en klinisch psycholoog gezien wat het effect is van therapie, maar toch stelt ze dat de kracht van de omgeving minstens zo belangrijk is. Ze roept lezers op om tijdens het lezen van de praktijkvoorbeelden en de wetenschappelijke inzichten te zoeken naar mogelijkheden die je zelf hebt om een kind te helpen.

Trauma

Trauma betekent letterlijk “verwonding”. Het gaat hier over onze reactie op een dreiging van (levens)gevaar. Hoewel niet elke heftige gebeurtenis leidt tot een trauma, zijn er wel een aantal factoren die het risico op het ontwikkelen van een trauma vergroten. Ten eerste speelt de duur en de frequentie van de gebeurtenis een grote rol. Een tweede factor is de ontwikkelingsleeftijd van de persoon. Ook heeft de voorgeschiedenis een belangrijke impact. Als je meerdere stressvolle ervaringen hebt opgedaan, is de kans groter dat je na een volgende schokkende gebeurtenis traumaklachten ontwikkelt. De aard van de gebeurtenis en de gehechtheid van de persoon spelen ook mee. Ten slotte is de hulp die een jongere wel of niet krijgt cruciaal. Coppens schrijft: 'Het ontbreken van sociale steun vergroot het risico op trauma. Is die sociale steun er kort na de ervaring wel, dan werkt die als een buffer.'

Erkenning maakt het makkelijker om over een trauma te praten. Dit draagt bij aan veerkracht

Leony Coppens

Kleine dingen

Een van de ervaringsverhalen in het boek gaat over Kevin. Hij is een geliefde leraar met oog voor leerlingen die thuis niet altijd de juiste zorg of ondersteuning krijgen. Als kind kwam hij zelf zorg en aandacht te kort. Zijn moeder had een verstandelijke beperking en ernstige psychische problemen. Zijn vader was verslaafd aan heroïne en twee jaar na de geboorte van Kevin overleed hij door zelfdoding.
Op de basisschool voelt Kevin zich niet gezien. Als hem gevraagd wordt naar de ervaringen op de middelbare school, zegt hij: 'Een paar leraren waren oké, maar de meeste zijn voor mij nu nog voorbeelden van hoe het niét moet. Als je een leerling bent, ben je er voor de leerlingen! Zoals mijn natuurkundeleraar, die was er écht voor mij. Bij hem stond de deur altijd open; ik voelde dat ik altijd binnen kon lopen en dan zei hij vriendelijk: ''Ga even zitten, dan kom ik zo bij je.'' Hij had door hoe uitdagend het voor me was, dat heeft heel veel voor mij betekend. Door kleine dingen liet hij zien dat hij me serieus nam. Hij is nog altijd een groot voorbeeld voor mij.'

Actief luisteren

Hoe kun je het beste reageren als omstander als iemand vertelt te zijn verwaarloosd, mishandeld of misbruikt? Volgens Coppens verschilt dat niet zo veel van wanneer iemand je iets heel droevigs vertelt: 'Wat vind ik dit zo ontzettend naar voor je, dat dit jou is overkomen.' Je mag gerust laten merken dat het je raakt, maar tegelijkertijd is het belangrijk om niet te veel emotie in je reactie te leggen. Hierdoor kun je de ander afschrikken. Coppens vervolgt: 'Ze denken dan misschien dat het te zwaar voor je is om de rest van het verhaal te horen. Probeer actief te luisteren zonder een oordeel te vellen, ook niet non-verbaal. Vraag niet waarom iemand iets juist wel of niet heeft gedaan, en laat waarom-vragen sowieso liever achterwege, omdat ze lastig te beantwoorden zijn en bovendien vaak een appel doen op schuldgevoelens.' In plaats daarvan benoem je dat je het dapper vindt van de ander dat hij er met je over praat en kun je de ander uitnodigen om gevoelens en gedachten te delen.

Wat als een kind je iets wil vertellen onder de voorwaarde dat je dit geheim houdt? Volgens Coppens is het goed te zeggen dat dit kan, maar dat het wel afhankelijk is van wat het kind aan je vertelt, omdat sommige geheimen te groot zijn om alleen te dragen. 'Je kunt tegen het kind zeggen dat je in dat geval samen kunt bedenken wat je aan wie gaat vertellen over het geheim.'

Veerkracht

Erkenning maakt het makkelijker om over een trauma te praten. Hierdoor voelen mensen zich beter en denken ze positiever over zichzelf en anderen. Dit draagt bij aan veerkracht, de kracht om terug te veren. Volgens Israël van Dorsten bestaat veerkracht uit twee elementen. 'Het ene is een basis waar je je aan kunt vasthouden en het andere is de vrijheid om een diepe sprong te maken, als een soort van bungeejump. Veerkracht is dan dus grote stappen durven nemen én het gevoel hebben dat je weer terug kunt veren en niet in het duister valt.' Het is geen karaktertrek, maar een proces waarbij iemand zich op een positieve manier aanpast aan wat hem overkomt en zo terugveert naar het oude niveau van functioneren. Per situatie kan iemands veerkracht verschillen en afhankelijk van wat je meemaakt, kan je veerkracht toe- of afnemen.

Coppens stelt dat veerkracht zich ontwikkelt binnen veilige en zorgzame relaties, waarbij de liefdevolle zorg en aandacht de belangrijkste bron van veerkracht voor de kinderen is. Als ouders zelf juist een bron van stress zijn en niet de benodigde liefdevolle zorg kunnen bieden, zijn andere personen extra belangrijk. 'Durven vragen aan kinderen hoe het thuis gaat en of het daar veilig is, vraagt moed van omstanders.' ‘Steun geven is niet ingewikkeld: oprechte aandacht, medeleven, niet-veroordelend zijn, vertrouwen geven; misschien zijn dat wel de belangrijkste ingrediënten.'

Iedereen kan het verschil maken. Trauma en veerkracht bij kinderen
Leony Coppens, Ten Have - 240 pagina's - €22,99

Terug naar overzicht